Hoe ik ontwerp
Er zijn bibliotheken vol geschreven over ontwerp-methodes en -geschiedenis. Dit zijn wat persoonlijke gedachten en observaties als het gaat om het maken van boekomslagen, en specifiek boekomslagen voor proefschriften. De volgorde is willekeurig. Ze geven een idee van mijn proces en opvattingen. Misschien denk ik er volgend jaar heel anders over. Alles hieronder klopt, tenzij in situaties waarin het een keer niet klopt. Ook dat is ontwerpen.
Ontwerpen is leuk
Eerst is er niks. en dan, door gesprekken en probeersels en mislukkingen is er opeens ‘iets’. en dat iets wordt steeds beter totdat je weet; ‘Aha, dit is het dus’. Het is fantastisch om een idee vorm te zien krijgen. Ontwerpen is leuk, maar het is geen magie, het is een proces waarbij je analyseert en samen keuzes maakt. Het lijkt vaak erg op werk.
Begin bij het begin
Een ontwerp begint met een idee. Met een uitgangspunt. Vaak is dat het onderwerp van het proefschrift. Je kunt nadenken over hoe je de essentie van een onderzoek kan verbeelden, maar ‘stijl’ komt later. Niet ieder beeld laat zich uitvoeren als een aquarel. Niet ieder ontwerp leent zich voor goudfolie-druk. Ik heb een voorkeur voor een bepaald soort vormoplossingen, maar er is niet één specifieke stijl die ik hanteer.
Ontwerpen ≠ Tekenen
Mensen denken vaak dat creativiteit zich manifesteert als ‘goed kunnen tekenen’. Ik kan niet tekenen, tenminste, niet echt goed. Ik kom digitaal een heel eind, maar ik kan geen anatomisch correcte doorsnede van een hart in verf produceren. Er zijn illustratoren die dat kunnen. Ik kan meedenken over de manier waarop dat soort illustraties kunnen worden toegepast in een boekomslag.
Een cover is geen rebus
Veel wetenschappelijk onderzoek is te complex om alle aspecten ervan te vangen in één beeld. Het kan wel, maar dan krijg je een cover die je moet ontcijferen. Mensen kijken niet zo lang naar een cover. Een cover moet opvallen en snel communiceren. Ik probeer te focussen op één aspect en dat zo effectief mogelijk te verbeelden. Een cover hoeft geen details uit te leggen, daar is de rest van het boek voor.
Ik weet het ook niet
Ik laat me ook maar verrassen. Ontwerpen is een iteratief proces. Ik moet dingen maken om erachter te komen wat wel of niet ‘werkt’. Werkt het, dan kan ik het misschien nog beter maken. Werkt het niet, dan gooi ik het aan de kant (‘Kill your darlings’). Ik ben niet getrouwd met een idee. Er is altijd nog een andere optie.
Er zijn geen regels…
Er kan en mag veel meer dan je denkt. Wat vormgeving betreft is er alleen traditie en een heleboel best practises. De titel van een boek hoeft niet altijd in het midden te staan, en de naam van de auteur mag ook heus bovenaan. Als dat in de compositie beter uitkomt of bij het onderwerp past, mag tekst gekanteld of zelfs ondersteboven staan.
…maar er zijn wel principes
Ik weet niet wat ‘mooi’ is. Ik kan wel herkennen of in een ontwerp principes zijn toegepast als het gaat om bijvoorbeeld compositie, contrast en hiërarchie. Ik pas die principes toe op een idee.
Focus
Ieder ontwerp is uiteindelijk een verzameling beslissingen. Al die beslissingen doen er toe, maar ze zijn niet allemaal even belangrijk. Op een boekomslag vol gekleurde stippen gaat het misschien om de juiste kleuren, maar niet om de exacte positie van iedere individuele stip. Het ontwerp als geheel wordt daar niet anders van. Keuzes moeten er toe doen.
Soms is het logisch
Ontwerpen is ook analyse. Als je een boodschappentas vol ingrediënten omkeert op de keukentafel, dan kan je al ongeveer zien wat er mogelijk is. Heb je (bijna) alle ingrediënten voor een appeltaart, dan kan je een appeltaart maken. Dat is misschien niet bijzonder creatief, maar wat is er mis met een goed gelukte appeltaart? Als je met de ingrediënten van een appeltaart een chocoladetaart wil maken, dan krijg je een hele rare taart.